In de heuvels rond de rivier de Sangro ligt op 430 meter hoogte een rustig dorpje Roccascalegna, waarvan de geschiedenis voor lange tijd bepaald is geweest door de aanwezigheid van een kasteel dat van verre te zien is. Het kasteel ligt bovenop een rots en kijkt zo uit op alle omringende heuvels en dalen.
Aan een van de heren van het kasteel, baron Corvo de Corvis (letterlijk Raaf van de Raven) uit de zeventiende eeuw, kleven twee legendes. De eerste is dat hij exorbitante belastingen hief en zijn onderdanen liet knielen voor zijn zwarte raaf. Die raaf zat in een kooi voor de kasteeldeur, op een plek waar hij iedereen die de stad wilde binnenkomen kon zien. Wie de raaf niet begroette werd gearresteerd en soms zelfs gedood.
De bekendste legende is echter die van Corvo de Corvis en het 'Ius Primae Noctis'. In 1646 heeft de duivelachtige baron deze middeleeuwse praktijk nieuw leven ingeblazen en moest elke nieuwe bruid in de stad de eerste huwelijksnacht met de baron doorbrengen in plaats van met haar kersverse echtgenoot. Het is niet zeker of het een echte bruid was of haar man, verkleed als bruid, maar op een nacht heeft hij of zij de baron doodgestoken in zijn bed. De baron heeft stervend een afdruk van zijn hand op de torenmuur achtergelaten. Hoewel men probeerde het bloed eraf te wassen, kwam de bebloede hand steeds terug en oudere inwoners beweren zelfs de hand te hebben gezien ná het instorten van de toren in 1940. In stormachtige nachten, als de wind de luiken laat klapperen, neemt het spook van de baron weer bezit van zijn oude huis en wordt hij gedwongen zijn tragische dood opnieuw te ondergaan, in gezelschap van zijn trouwe raaf.